Sinds juli 2007 is de Geneesmiddelenwet van kracht. Daarin staat dat je voor medicijnen die zonder recept verkrijgbaar zijn niet per se naar de apotheek hoeft. In de wet worden dat ‘zelfzorgmedicijnen’ genoemd. Er zijn drie categorieën:
- Medicijnen die je alleen bij de apotheek kunt kopen omdat er sprake kan zijn van bijwerkingen of problemen wanneer je ook andere medicijnen gebruikt.
- Medicijnen die je alleen bij apotheek en drogist kunt kopen, dit worden de UAD-medicijnen genoemd ( Uitsluitend Apotheek of Drogist): zwaardere pijnstillers, neusdruppels en smeermiddelen tegen spierpijn.
- Medicijnen die behalve bij apotheek en drogist ook bij supermarkten en benzinestations te koop zijn, bijvoorbeeld pijnstillers in lage dosering en in kleine verpakkingen.
Hoe garandeert de drogist die verantwoorde zorg?
De brancheorganisatie van drogisterijen Centraal Bureau Drogisterijbedrijven (CBD) heeft het Drogisten Waarborgcertificaat in het leven geroepen. Dat wordt uitgereikt aan drogisten die volgens het CBD verantwoorde zorg verlenen. Als klant zou je dan verzekerd moeten zijn van deskundig advies. De gecertificeerde drogisterijen zijn te herkennen aan een sticker met het woord ‘ Drogisten Waarborgcertificaat’ op de winkelruit.
Mede omdat er bij drogisten niet standaard sprake was van een dergelijke adviesfase, en je gewoon een doosje pijnstillers afrekende, is de zogenoemde ‘ kassacheck’ ingesteld. Iedereen die een geneesmiddel koopt moet vóór hij afrekent de vraag krijgen of hij behoefte heeft aan informatie. Die informatie hoeft de verkoper niet zelf te geven; hij kan daarvoor de hulp vragen van de drogist of assistent-drogist. Wil je als klant geen informatie dan is dat ook prima, als de vraag maar gesteld is.
Hoe gaat het bij de apotheek?
‘Zelfzorgmedicijnen kunnen, al dan niet in combinatie met andere geneesmiddelen, gevaar opleveren voor de gezondheidszorg’, staat te lezen op de website van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Pharmacie (KNMP). Net als de drogist heeft ook de apotheek een ‘standaard’, een draaiboek wanneer iemand vraagt om een middel tegen hoofdpijn bijvoorbeeld. En net als de drogist, ook een lijst met checkvragen.
Een belangrijk verschil met de checklist van de drogist is de aanvullende vraag naar het gebruik van andere medicijnen. En juist dat verschil zou belangrijk kunnen zijn bij het onderzoek dat de Consumentenbond uitgevoerd heeft.
Waarom dit onderzoek?
Op papier zijn drogist en apotheek uitstekend voorbereid op de verkoop van geneesmiddelen zonder recept. Pas in de praktijk blijkt of die voorbereiding afdoende is.
Om te onderzoeken of de vragenlijsten, de standaarden en de kassacheck inderdaad die verantwoorde zorg garanderen , werd een mysteryshopper met hartklachten op pad gestuurd om een doosje ibuprofen te kopen. Dat hij vanwege het gebruik van andere medicijnen niet zou moeten krijgen.
Hoe verliep het onderzoek?
Mannen en vrouwen tussen de 40 en 60 jaar bezochten als mysteryshopper in totaal 30 apotheken en 30 drogisterijen in de regio’s Amsterdam, het Gooi, Tilburg/Breda, Arnhem/Nijmegen en Oost-Groningen. Grote drogisterijketens als DA, Etos, Kruidvat en Trekpleister zijn in de steekproef opgenomen; net als de belangrijkste apotheekformules als Kring, Lloyds en Mediq. De apotheek die bezocht werd was niet de vaste apotheek van de mysteryshopper.
De mysteryshopper vraagt volgens de instructies om een doosje ibuprofen. Als de medewerker vraagt of hij advies wil, bevestigt de klant dat en vervolgt: ‘Ik gebruik regelmatig paracetamol tegen hoofdpijn, maar hoorde onlangs van een bekende dat ibuprofen beter is. Ik wil dat wel eens proberen.’ Geeft de medewerker zonder verder iets te vragen ibuprofen (of een soortgelijk product onder merknamen als Advil of Nurofen), dan vraagt de klant net voor het afrekenen: ‘Gaat het eigenlijk wel samen met de medicijnen die ik gebruik?’ Mocht de medewerker daar niet op ingaan, vraagt de klant ten slotte: ‘Gaat het ook samen met hartmedicijnen?’.
Welk risico zou de mysteryshopper lopen?
Volgens de instructies gebruikt deze klant het door de cardioloog voorgeschreven Ascal Brisper Cardio-Neuro tegen angina pectoris (hartkramp) en nog enkele andere medicijnen. De werkzame stof in Ascal is carbasalaatcalcium, dat klontering van het bloed tegengaat. Ibuprofen remt de werking van Ascal en deze medicijnen moeten dus niet gelijktijdig gebruikt worden.
De bedoeling van dit onderzoek was te achterhalen of de interactie (wisselwerking) tussen Ascal en ibuprofen gesignaleerd en adequaat afgehandeld wordt. En natuurlijk of er een verschil is tussen apotheek en drogist.
Wat is interactie?
Bij gelijktijdig gebruik van verschillende geneesmiddelen bestaat er een kans dat ze elkaars werking beïnvloeden; er is dan sprake van interactie. Die wisselwerking kan twee kanten opgaan: De medicijnen heffen elkaars werking op (of het gebruik in combinatie heft de werking van een van beide op), of ze versterken juist elkaars werking. In het onderzoek gaat het om de interactie tussen ibuprofen en het medicijn Ascal, dat voorgeschreven wordt als anti-stollingsmiddel bij angina pectoris. In combinatie met ibuprofen doet Ascal zijn werk als anti-stollingsmiddel niet meer.
Ook de combinatie met voedingsstoffen kan de werking van geneesmiddelen beïnvloeden. Zo is het onverstandig medicijnen tegen een te hoog cholesterolgehalte in te nemen met grapefruitsap omdat dit de werking remt. Sommige antibiotica moet je niet innemen met melk omdat ze met de kalk uit de melk een onoplosbare verbinding vormen. Op die manier kunnen de antibiotica niet opgenomen worden in het bloed en doen ze hun werk dus niet.
Onderzoeksresultaten
Gebruikt de klant nog andere medicijnen? |
Percentage apotheken |
Percentage drogisten |
Medewerker informeert spontaan (uit zichzelf) of de klant andere medicijnen gebruikt |
73,3% (22) |
10,0% (3) |
Medewerker vraagt pas door als de klant zelf vraagt of ibuprofen samengaat met de medicijnen die hij/zij gebruikt |
26,7% (8) |
80,0% (24) |
Medewerker vraagt pas door als de klant vraagt of ibuprofen samengaat met de hartmedicijnen die hij/zij gebruikt |
0,0% (0) |
10,0% (3) |
Van de 30 bezochte apotheken vraagt bijna driekwart (22) spontaan of de klant andere medicijnen gebruikt. Slechts 3 van de 30 drogisten informeert of er sprake is van andere medicijnen. Als de klant zelf begint over de andere medicijnen die hij slikt, raken de resterende 8 apotheken gealarmeerd. Pas dan wordt het overgrote deel van de drogisten wakker: 24 van de 30 (80%) herinneren zich dan dat ibuprofen geen goede combinatie is met sommige andere medicijnen. De laatste 10 % van de drogisten slaat pas alarm als de klant over zijn hartmedicijnen begint.
Wie verkopen er uiteindelijk toch ibuprofen?
Van de 30 apotheken geven er maar liefst 6 ibuprofen mee, terwijl van de 30 drogisten er niet meer dan 2 ibuprofen aan de mysteryshopper verkopen. Kijk je naar de manier waarop de hulpvraag van de klant is opgelost, scoren de apothekers beter: 22 van de 30 apothekers geven aan dat paracetamol in dit geval het beste middel is. Toch weet slechts eenderde apotheken ook exact waarom (ibuprofen zorgt ervoor dat Ascal minder goed werkt). Eenderde van de apotheken raadt de combinatie met Ascal af vanwege maagproblemen. Er kunnen inderdaad maagproblemen ontstaan, maar dat is niet de belangrijkste reden.
Tenslotte zijn er 5 apotheken waar gezegd werd dat zowel Ascal als ibuprofen bloedverdunners zijn en elkaars werking versterken. Terwijl juist het tegenover gestelde effect optreedt! Van de drogisten geeft slechts de helft (15) aan dat paracetamol de voorkeur heeft; waarbij in 7 gevallen geen duidelijke reden gegeven wordt voor het afraden van ibuprofen. Ook van de 30 drogisten menen er 5 dat beide medicijnen bloedverdunners zijn.
Wat vind de Consumentenbond?
Woordvoerder Carl Jakobs: ‘Bij de verkoop van zelfzorgmiddelen zou het beter zijn als actief gevraagd wordt naar gebruik van andere geneesmiddelen, vooral als in de bijsluiter op mogelijke interacties wordt gewezen. De consument moet er op kunnen vertrouwen dat bij de aanschaf van zelfzorgmiddelen bij apotheek en drogist ook de noodzakelijke voorlichting en informatie gegeven wordt. Anders is er sprake van schijnzekerheid en kun je de verkoop net zo goed vrij geven. De Inspectie voor de Gezondheidszorg moet strenger controleren of winkeliers en apothekers goed voorlichten en sancties opleggen als dit niet gebeurt. Alleen dan hebben consumenten meer garantie op goede voorlichting.’
Wat kan ik als consument zelf doen?
U kunt zelf bijdragen aan een veilig medicijngebruik door de verkoper bepaalde informatie te geven.
Deze 3 punten zijn belangrijk om te melden:
- Voor wie het geneesmiddel bestemd is. Met name voor kinderen is het lang niet altijd verstandig om een zelfzorggeneesmiddel te gebruiken. Ook is het belangrijk te melden of het een man of vrouw betreft.
- Wat de klacht is. Omschrijf kort wat de klacht precies inhoudt, hoe lang of hoe vaak u er al last van heeft en of u al eerder geprobeerd heeft de kwaal te verhelpen. De verkoper kan dan beter beoordelen of hij u naar de huisarts moet doorverwijzen.
- Welke andere medicijnen u slikt. Heel belangrijk is ook dat u altijd vraagt of het middel te combineren is met andere geneesmiddelen die u gebruikt. Denk niet te makkelijk dat een zelfzorggeneesmiddel nooit kwaad kan.
Bron